Niet behaalde omzetprognoses en de zorgplicht van de franchisegever

Franchising is populair. Uit recent onderzoek blijkt dat het aantal jonge franchiseondernemers met 8% is gestegen ten opzichte van vorig jaar. Het succes van het systeem van franchise is verklaarbaar. De franchisenemer kan tegen een vergoeding meeliften met het succes van een bekende en unieke formule van de franchisegever. Daarnaast kan de franchisenemer o.a. profiteren van de professionele marketing en het logistieke netwerk van de keten. En, niet onbelangrijk: grootschaligheid geeft kostenvoordelen.

Franchise brengt ook risico’s met zich mee. Iedere franchisenemer is zelfstandig ondernemer. Om deze risico’s (en verwachtingen) van te voren zo goed mogelijk in kaart te kunnen brengen, zien we vaak dat de franchisegever voor het aangaan van de samenwerkingsovereenkomst een omzetprognose vertrekt. Helaas kunnen deze prognoses achteraf (fors) tegenvallen. Kan je dan aankloppen bij de franchisegever?

Regelmatig zien we dat de teleurgestelde franchisenemer de franchisegever in rechte aanspreekt op de (niet behaalde) omzetprognoses. De franchisenemer stelt zich in dergelijke zaken veelal op het standpunt dat de franchisegever hem beter, vollediger en/of realistischer had moeten informeren. Door dit niet te doen, zou er sprake zijn van een schending van de zorgplicht. Om een dergelijk betoog te laten slagen, zal een franchisenemer van goede huize moeten komen.

De franchisegever is niet verplicht prognoses te verstrekken aan (potentiele) franchisenemers. Doet de franchisegever dit wel, dan moeten deze gegevens op een deugdelijk onderzoek zijn gebaseerd. De franchisegever zal dan moeten kunnen instaan voor de juistheid van de gegevens die ten grondslag liggen aan de verstrekte prognoses. Dit betekent nog niet dat een franchisegever gelijk aansprakelijk is in het geval de prognoses - om wat voor reden dan ook - niet worden behaald. Uit rechtspraak blijkt dat de ondernemer (lees franchisenemer) allereerst zelf verantwoordelijk is voor zijn onderneming. Dat is niet verwonderlijk: de franchisenemer drijft de onderneming nu eenmaal voor eigen rekening en risico. Maar, er zijn grenzen. Blijkt achteraf dat de franchisegever te rooskleurige prognoses heeft verstrekt dan kan –afhankelijk van verschillende factoren - de franchisegever onrechtmatig hebben gehandeld en kan de franchisegever aansprakelijk worden gesteld voor de geleden schade. Ook kan er onder bepaalde omstandigheden een geslaagd beroep worden gedaan op dwaling, wat kan leiden tot een vernietiging van de franchiseovereenkomst.  

Van een franchisenemer wordt een kritische houding verwacht, ook ten aanzien van (aan hem verstrekte) omzetprognoses. In de rechtspraak lezen we dat van een franchisenemer mag worden verwacht dat hij, voorafgaand aan het sluiten van de franchise overeenkomst, zelfstandig onderzoek verricht naar de haalbaarheid van de onderneming. Met andere woorden: de ondernemer is allereerst zelf verantwoordelijk voor een juiste inschatting voor omzetprognoses en de bedrijfsvoering.

Heeft u vragen over franchise, licentie, distributie of agentuur. BTU denkt graag met u mee. Neem gerust eens vrijblijvend contact met ons op.