Te late melding betalingsonmacht kan toch nog tijdig zijn

Voor een bestuurder van een vennootschap is het van groot belang dat hij of zij er voor zorgt dat die vennootschap een tijdige melding betalingsonmacht bij de fiscus doet, op het moment dat de vennootschap niet in staat is de openstaande belastingen te betalen. Het gaat meestal om de omzet- en loonbelasting, die op aangifte moeten worden afgedragen. Vindt deze melding niet tijdig plaats, dan zijn de bestuurders persoonlijk aansprakelijk voor de achterstallige belastingen bij de vennootschap. Het is dan bijna niet meer mogelijk voor de bestuurders om onder deze aansprakelijkheid uit te komen.

De melding betalingsonmacht moet worden gedaan uiterlijk twee weken nadat de verschuldigde belasting behoorde te zijn afgedragen of voldaan. De melding moet schriftelijk geschieden. Daaronder valt de mogelijkheid om op de website van de belastingdienst, in het ‘persoonlijk domein’ van de vennootschap, de betalingsonmacht door te geven. Naar aanleiding van die melding zal de belastingdienst een uitgebreide vragenlijst naar de belastingschuldige toesturen. Het is van groot belang dat de daarin gevraagde informatie tijdig bij de belastingdienst wordt ingeleverd. Gebeurt dat niet, dan kan de fiscus besluiten dat de melding alsnog wordt geacht niet tijdig te hebben plaatsgevonden.

In de rechtspraak deed zich een geval voor waarbij de bestuurders weliswaar voor ‘tijdvak A’ de betalingsonmacht  voor de vennootschap hadden gemeld, maar dit te laat deden.  De vennootschap liet daarna ook over tijdvak B, C en D belastingen onbetaald. De fiscus nam het standpunt in dat de (te late) melding alleen gold voor tijdvak A en niet voor de latere tijdvakken. De Hoge Raad gaf de fiscus daarin ongelijk. Volgens de Hoge Raad is de melding weliswaar te laat geweest voor het eerste tijdvak, maar moet de melding wel worden aangemerkt als tijdig voor de latere tijdvakken Zo kwamen de bestuurders voor deze latere tijdvakken met de schrik vrij.
De uitspraak kunt u hier lezen.

Voor advisering over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Ton Tekstra tekstra@btu-advocaten.nl