spamverbod (nu ook aan) bedrijven vanaf 1 oktober 2009. Niet voor bestaande klanten!

Het versturen van spam (ongevraagde electronische berichten) aan natuurlijke personen, is op grond van de Telecommunicatiewet in of vanuit Nederland, niet toegestaan.

Op grond van artikel 11.7 van de Telecommunicatiewet is het door middel van elektronische berichten (e-mails, sms etc) overbrengen van ongevraagde communicatie voor onder meer commerciële doeleinden aan abonnees uitsluitend toegestaan, mits de verzender kan aantonen dat de desbetreffende abonnee daarvoor voorafgaand toestemming heeft verleend (opt-in). Met ingang van 1 oktober 2009 geldt dit regime eveneens voor rechtspersonen.
Een belangrijke uitzondering op het toestemmingsvereiste is de bestaande klant. De OPTA (toezichthouder op de post- en telecommunicatie markt) meldt daarover dat aan klanten ongevraagd en zonder voorafgaande toestemming, berichten kunnen worden gestuurd. Onder een klant wordt verstaan degene aan wie een product of dienst is verkocht. De berichtgeving aan deze klant moet dan wel weer gaan over soortgelijke producten of diensten. Er zijn gevallen denkbaar dat specifiek beoordeeld moet worden of er sprake is van soortgelijkheid.

Als het gaat om iemand die in algemene zin informatie heeft opgevraagd of een prospect, dan is er dus geen sprake van een klantrelatie en zal er expliciet om toestemming moeten worden gevraagd alvorens er emails met (o.m.) commerciële doeleinden of nieuwsbrieven verstuurd mogen worden. Het spreekt voor zich dat het erg belangrijk is voor de het bedrijf dat om die toestemming heeft gevraagd en deze heeft verkregen, daarvan het bewijs (een print) goed bewaart.

De toestemming moet overigens uitdrukkelijk zijn en de ontvanger moet weten waarvoor en aan wie hij toestemming gaf. Er zijn nog wel andere wettelijke voorwaarden waaraan voldaan moet worden indien (met de verkregen toestemming) gebruik gemaakt wordt van de door de klant ter beschikking gestelde electronische gegevens. Aan deze klant moet kenbaar worden gemaakt en de gelegenheid worden geboden om kosteloos verzet aan te tekenen tegen het gebruik van diens elektronische contactgegevens. 

In die gevallen waarin om toestemming moet worden verzocht, moet duidelijk de identiteit en postadres van de verzender worden vermeld waaraan een verzoek tot beëindiging van dergelijke communicatie kan worden gericht.