Terugkeergarantie uit Sociaal Plan een ‘wassen neus’?

De terugkeergarantie, ook wel de ‘wederindiensttredingsvoorwaarde’ genoemd, geldt als de werknemer is ontslagen wegens het vervallen van de arbeidsplaats. Kort gezegd houdt deze voorwaarde in dat de werkgever die een werknemer wegens het vervallen van de arbeidsplaats heeft ontslagen, niet binnen 26 weken een andere werknemer voor het verrichten van dezelfde werkzaamheden in dienst mag nemen, zonder eerst de ontslagen werknemer aan te bieden het werk te hervatten (art. 7:681 lid 1 sub d BW). Deze wettelijke regeling ziet op een externe vacature, dus bij het aannemen van nieuw personeel in die periode van 26 weken. Verder geldt deze wettelijke regeling in geval van opzegging van de arbeidsovereenkomst en niet bijvoorbeeld als met een vertrokken werknemer een vaststellingsovereenkomst is gesloten. 

In een recente uitspraak van het gerechtshof Den Haag ging het over de terugkeergarantie uit een Sociaal Plan, die van toepassing was op de vaststellingsovereenkomst in het kader van een reorganisatie. Heeft een werknemer in dit geval recht op terugkeer als de vacature intern wordt ingevuld? In dit nieuwsbericht wordt aandacht besteed aan deze uitspraak. 

Gerechtshof Den Haag d.d. 15 april 2025[1]

Kern van het geschil 

Kern van het geschil betreft de uitleg van de wederindiensttredingsvoorwaarde. In verband met een reorganisatie is een vaststellingsovereenkomst gesloten. Op deze overeenkomst is een met de vakbond gesloten Sociaal Plan van toepassing en hierin staat een terugkeergarantie, ter aanvulling op de wettelijke regeling (die immers alleen geldt in geval van opzegging van de arbeidsovereenkomst). Na beëindiging van de arbeidsovereenkomst middels een vaststellingsovereenkomst kwam een functie beschikbaar, die de betreffende werknemer voorheen vervulde. Het beroep van de werknemer op de terugkeergarantie is door de werkgever afgewezen, omdat de functie intern werd vervuld in plaats van extern. De kantonrechter volgt de redenering van de werkgever niet en kent een schadevergoeding toe aan de werknemer wegens schending van de terugkeergarantie, omdat de weigering van de werkgever een toerekenbare tekortkoming zou opleveren. Het gerechtshof Den Haag komt tot een ander oordeel.  

Beoordeling 

Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad geldt voor de uitleg van bepalingen van het Sociaal Plan, de CAO-norm. Deze norm houdt in dat een bepaling naar de voor ‘derden’ (voor de niet bij de totstandkoming van de regeling betrokken partijen) objectief kenbare betekenis moet worden uitgelegd. In het betreffende Sociaal Plan wordt in het kader van de terugkeergarantie gesproken over de situatie waarin de werkgever “een vacature uitzet voor dezelfde functie en/of dezelfde werkzaamheden als die die Boventallige werknemer laatstelijk bij de werkgever verrichtte”. De vraag is wat er wordt bedoeld met “het uitzetten van een vacature”. Gaat het dan om alle situaties waarin een functie binnen de organisatie vrijkomt, of gaat het alleen om de situatie waarin extern in de betreffende functie en/of werkzaamheden wordt voorzien? 

Het hof concludeert dat art. 7:681 lid 1 sub d BW ziet op het extern aantrekken van een werker en niet om het intern vervullen van een vacature. Het hof gaat er van uit dat de terugkeergarantie uit het Sociaal Plan dezelfde bescherming beoogt te bieden als de bescherming die art. 7:681 lid 1 sub d BW biedt in geval van opzegging. Het hof ziet echter niet in waarom aan de werknemers die een vaststellingsovereenkomst sluiten een verdergaande bescherming zou moeten toekomen dan aan de werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst is beëindigd door middel van opzegging. 

Conclusie

Het hof wijst de vorderingen van de werknemer af, omdat de functie intern is vervuld, waardoor de terugkeergarantie uit het Sociaal Plan niet van toepassing is. Van een toerekenbare tekortkoming is volgens het hof geen sprake en de werkgever is dan ook niet schadeplichtig. 

Heeft u vragen over (afspraken in) een Sociaal Plan, neem dan gerust contact op met Janine Weel via telefoonnummer: 020-408 16 80 of mail naar weel@btu-advocaten.nl.

Janine Weel

 

[1] Gerechtshof Den Haag d.d. 15 april 2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:578. 

Specialism