Compensatie voor een vertraagde vlucht, tijdstip van aankomst

Vertraagde vlucht
Al eerder (in 2012) heeft het Europese Hof zich (in het Surgeon-arrest) erover uitgesproken dat passagiers die drie uur na de geplande aankomsttijd of later hun eindbestemming bereiken, forfaitaire compensatie aan de luchtvaartmaatschappij kunnen vragen, tenzij de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden. De passagiers van een vertraagde vlucht werden aldus gelijkgesteld met passagiers van een geannuleerde vlucht, wat hun recht op compensatie betreft.

In een procedure bij de Oostenrijkse rechtbank (Landesgericht Salzburg) had de rechter behoefte aan een definitie van hetgeen als aankomsttijd heeft te gelden, teneinde te kunnen bepalen of een passagier aanspraak kon maken op compensatie wegens vertraging van meer dan 3 uur.

Wat had zich voorgedaan? De vlucht van Salzburg naar de luchthaven van Keulen/Bonn vertrok met een vertraging van 3 uur en 10 minuten. De piloot was in staat om tijdens de vlucht de vertraging enigszins goed te maken en de touchdown (wielen op de grond) vond plaats met nog ‘maar’ 2 uur en 58 minuten vertraging. De aankomststandplaats werd vervolgens bereikt met een uiteindelijke vertraging van 3 uur en 3 minuten. Kort daarna gingen de deuren van het vliegtuig open. Eén van de passagiers maakte aanspraak op de forfaitaire compensatie van € 250,-- daartoe stellende dat de eindbestemming meer dan drie uur later dan gepland was bereikt. De luchtvaartmaatschappij wees die claim af omdat de touchdown volgens haar maatgevend was en deze ‘slechts’ 2 uur en 58 minuten na de geplande tijd plaatsvond.

Vraag aan het Hof
Het Landesgericht legde de volgende vraag aan het Europese Hof voor: “Welk tijdstip is voor het (..) begrip 'aankomsttijd’ relevant:
a) het tijdstip waarop de wielen van het vliegtuig de landingsbaan raken (‘touchdown’)?
b) het tijdstip waarop het vliegtuig de aankomststandplaats heeft bereikt en de remmen zijn aangetrokken respectievelijk blokken tegen de wielen zijn gelegd (‘inblocktijd’)?
c) het tijdstip waarop de vliegtuigdeur opent?
d) een door partijen op basis van de wilsautonomie vastgesteld tijdstip?”

Afweging en antwoord
Het Hof oordeelde in de eerste plaats dat het begrip ‘daadwerkelijke aankomsttijd’ autonoom en uniform moet worden uitgelegd (dus niet contractueel).
Voorts overweegt het Hof dat de passagiers tijdens de vlucht beperkt zijn voor wat betreft onder meer de mogelijkheid tot communicatie met de buitenwereld. Aldus kunnen zij zich niet verder bezighouden met hun persoonlijk, sociaal of beroepsleven. Die beperkingen zijn onvermijdelijk, maar eigenlijk alleen zolang de vlucht niet de geplande tijdsduur overschrijdt. Voor de vaststelling wat verstaan moet worden onder het begrip “daadwerkelijke aankomsttijd” moet dus worden gekeken op welk tijdstip deze situatie van beperkingen eindigt (zou moeten eindigen).

Die situatie eindigt niet wezenlijk op het moment van de touchdown, of wanneer de aankomststandplaats (bij de slurf) is bereikt door het vliegtuig. De passagiers blijven immers in de gesloten ruimte zitten en moeten dus nog steeds de beperkingen ondergaan. Daaraan komt pas een einde wanneer de passagiers het toestel mogen verlaten, waartoe de deuren worden geopend.
Op basis van deze redenering komt het Hof tot de conclusie dat de “aankomsttijd” op basis waarvan de duur van de door de passagiers opgelopen vertraging kan worden bepaald, het tijdstip is waarop tenminste één vliegtuigdeur opent met dien verstande dat de passagiers op dat moment het toestel mogen verlaten.

Het arrest van Europese Hof, van vandaag 4 september 2014 kan hier worden gelezen.

NB:
De toevoeging: “(..) met dien verstande dat de passagiers op dat moment het toestel mogen verlaten(..)”, lijkt mij wel van belang. De luchtvaartmaatschappijen komen zo tenminste niet in de verleiding instructie te geven aan de crew, om alvast één deur te openen tijdens het taxiën naar de standplaats, als anders de drie uur vertraging overschreden dreigt te worden.

Het is de vraag of het Hof tot eenzelfde beantwoording komt indien en zodra het gebruik van mobiele telefoons en online-apparatuur onbeperkt tijdens de vlucht zal zijn toegestaan. Er is dan immers in een veel geringere mate of geen sprake van beperkingen.