Financiële triage door Belastingdienst

Volgens cijfers van het CBS heeft de Belastingdienst in verband met de corona-crisis per 18 januari 2021 aan in totaal 209.285 bedrijven uitstel van belastingbetaling verleend, voor een totaalbedrag van  € 13,2 miljard. Het terugbetalingsbeleid van de Belastingdienst zal dus van groot belang worden. Hierover worden richtlijnen opgesteld en een deel van het beleid staat inmiddels online.

In de Kamerbrief van 21 januari 2021 werd aangekondigd dat het uitstelbeleid voor belastingen is verlengd tot 1 juli 2021. Op grond van de betalingsregeling moeten ondernemers hun schuld in 36 maanden aflossen. De aanvangsdatum van de aflossing is (uitgesteld tot) 1 oktober 2021. Naar verwachting zullen veel ondernemers dan echter niet in staat zijn om volledig en tijdig aan hun aflossingsverplichtingen jegens de Belastingdienst te voldoen. Zo zullen veel ondernemers die NOW-subsidie (die 80 tot 85% dekt) hebben ontvangen, het gedeelte dat zij daarvan overhielden na betaling van de nettolonen aan hun werknemers, niet opzij hebben gezet op een spaarrekening, maar hebben aangewend voor de betaling van andere schulden. Toch zal de loonheffing over de betaalde lonen nog aan de Belastingdienst moeten worden afgedragen, terwijl de NOW niet toereikend is om daarmee alle loonkosten 100% te betalen. Veel ondernemers hebben hun omzet geheel of grotendeels zien wegvallen. Als de omzet rond 1 oktober 2021 al weer aangetrokken zou zijn (hetgeen uiteraard onzeker is), zal daarmee vaak onvoldoende liquiditeit zijn opgebouwd om te kunnen beginnen met aflossen.

Triage Belastingdienst
De terugbetaling van deze collectieve belastingschuld kan daarom, ondanks de reeds verleende overheidssteun, alsnog de ondergang van een groot aantal ondernemingen tot gevolg hebben. De Belastingdienst zal hierbij een vorm van triage moeten gaan toepassen. De financiële slachtoffers van de corona-crisis moeten worden beoordeeld en in verschillende categorieën worden verdeeld naar de ernst van de situatie. Bepaald zal moeten worden welke hulp er wordt verleend, of het bedrijf nog levensvatbaar is, weer financieel gezond kan worden en voldoende levensvatbare bedrijfsactiviteiten kan ontplooien.

In de komende periode zal het daarom van groot belang worden welk beleid de Belastingdienst – onderdeel van diezelfde overheid – in dit verband gaat hanteren jegens ondernemers die niet geheel of niet tijdig aan hun aflossingsverplichtingen voldoen. Een deel van dit beleid zal worden opgenomen in saneringsrichtlijnen en een deel staat al op de website van de Belastingdienst.

Saneringsrichtlijnen
Zoals te lezen valt in een eerdere bijdrage (https://www.btu-advocaten.nl/nieuws/richtlijnen-saneringsverzoeken), worden er momenteel richtlijnen ontwikkeld voor de behandeling van saneringsverzoeken van ondernemers, die een gezamenlijke tijdelijke versoepeling en uniformering beogen van de saneringsvoorwaarden met belangrijke schuldeisers. In het FD van 17 februari 2021 herhaalde een woordvoerder van de Belastingdienst het standpunt in de Kamerbrief dat er reeds een ruime terugbetalingsregeling is opgetuigd. De woordvoerder liet voorts weten dat kwijtschelding van schulden niet voor de hand ligt, omdat de fiscus bovenaan in de hiërarchie van schuldeisers staat. Met een te snelle bereidwillige rol is de prikkel voor private schuldeisers om nog iets te doen wellicht weg. Dat is ook de reden waarom de overheid er met andere schuldeisers naar wil kijken.

Uit de Kamerbrief weten wij over de saneringsrichtlijnen, kort samengevat, al het volgende:
• De richtlijnen beogen een soepelere en efficiëntere behandeling van saneringsverzoeken van ondernemers;
• De richtlijnen worden ontwikkeld samen met andere schuldeisers, intermediairs en schuldhulpverleners;
• De richtlijnen worden voor het 2e kwartaal van 2021 ontwikkeld
• de Belastingdienst zal aangehouden en vanaf nu binnenkomende saneringsverzoeken binnen de bestaande wettelijke kaders met een welwillende blik beoordelen. Bij twijfel zal de Belastingdienst een verzoek toekennen.
• De Belastingdienst zal de levensvatbaarheid van het bedrijf aannemen als deskundige derden, zoals banken en accountants, daarover al positief hebben geoordeeld.
• De omstandigheid dat de ondernemer financiële middelen de afgelopen periode niet heeft gebruikt voor het voldoen van belastingschulden, zal geen reden meer zijn voor afwijzing van het verzoek, behalve in gevallen van kennelijk misbruik.
• Er komt ruimte voor individueel maatwerk. Gevallen waarin sanering, mede gelet op de levensvatbaarheid, wenselijk is maar waarbij het beleid ondanks de soepele toepassing knelt, zullen centraal worden beoordeeld;
• Er komt een TOA-krediet (‘Time Out Arrangement’) voor ondernemers die, met gebruikmaking van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), hun bedrijf willen doorstarten. Het TOA-krediet voorziet in achtergesteld vermogen, en is bestemd voor bedrijven die met een WHOA-akkoord financieel gezond worden en voldoende levensvatbare bedrijfsactiviteiten ontplooien.

Uitstelbeleid website Belastingdienst
Een gedeelte van het beleid van de Belastingdienst is te vinden op de website van de Belastingdienst: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/coronavirus/content/het-bijzonder-uitstel-van-betaling-loopt-tot-1-juli-2021 . Dit onderdeel is op 15 februari 2021 bijgewerkt.

Welke betalingsregeling van toepassing is, hangt o.a. af van wanneer de onderneming bijzonder uitstel is aangevraagd, of er is gevraagd om verlenging van het bijzonder uitstel en of de onderneming een pre-coronaschuld heeft. Welke voorwaarden precies van toepassing zijn, verschilt van geval tot geval en staat overzichtelijk en met voorbeelden op de website aangegeven. Hieronder worden enkele algemene voorwaarden besproken.

Doe tijdig aangifte en betaal tijdig, anders geen betalingsregeling!
Het uitstelbeleid voor belastingen is verlengd tot 1 juli 2021. Het is van groot belang dat er vanaf 1 juli 2021, althans na de laatste dag van het bijzonder uitstel, tijdig belastingaangifte wordt gedaan over het volgende tijdvak en dat de verschuldigde belasting op tijd wordt betaald. Als dat niet gebeurd, komt de onderneming namelijk niet in aanmerking voor de betalingsregeling! De belastingen waarvoor bijzonder uitstel was verleend moeten dan vóór 1 oktober 2021 worden betaald. Daarnaast wordt een naheffingsaanslag opgelegd die eventueel wordt verhoogd met een boete. Als er een pre-coronaschuld is (zie hierna), moet deze in dat geval ook vóór 1 oktober 2021 worden betaald.

Vraag verlenging bijzonder uitstel aan
Ondernemers die niet weten of zij na het einde van hun 3 maanden bijzonder uitstel steeds op tijd aangifte hebben gedaan en hebben betaald of die er niet zeker van zijn dat zij tot en met 30 juni 2021 steeds op tijd aangifte kunnen doen en kunnen betalen, geeft de Belastingdienst de tip om zo snel mogelijk verlenging van bijzonder uitstel aan te vragen. Als er bijzonder uitstel wordt verleend, geldt de betalingsregeling voor de betalingsregeling van 12 maart 2020 t/m 30 juni 2021 voor alle belastingen waarvoor de ondernemer bijzonder uitstel aanvraagt. In het kader van het verlengingsverzoek kan ook worden onderzocht of een eventuele pre-coronaschuld meegenomen kan worden in de betalingsregeling. Als het bijzonder uitstel niet wordt verlengd, moet de pre-coronaschuld worden afgelost vóór 1 oktober 2021.

De verlenging kan t/m 30 juni 2021 worden aangevraagd. Voor verlenging dient o.a. aannemelijk gemaakt te worden dat de betalingsproblemen hoofdzakelijk zijn veroorzaakt door de coronacrisis en dient de ondernemer er alles aan te doen om de liquiditeitspositie te behouden of te versterken. Gaat het om meer dan € 20.000, dan is ook een verklaring nodig van een derde-deskundige, die o.a. een liquiditeitsprognose moet bevatten.

Na 1 juli 2021 niet op tijd betalen: regulier uitstel of betalingsregeling
Ondernemers voor wie het die door de coronacrisis na 1 juli 2021 nog steeds lastig is om op tijd te betalen, worden op de website doorverwezen naar de reguliere regels om 4 maanden belastinguitstel te krijgen of een betalingsregeling af te spreken. De voorwaarden daarvoor zijn o.a. dat er op tijd aangifte is gedaan, er geen openstaande aanslagen zijn waarvoor een dwangbevel is gegeven, er voor de aanslag niet eerder uitstel is verleend en de openstaande belastingschuld niet hoger is dan € 20.000. Inden niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor 4 maanden uitstel of meer tijd nodig is, kan een betalingsregeling worden aangevraagd voor maximaal 12 maanden. Als voorwaarde geldt o.a. dat er geen motorrijtuigenbelasting mag open staan en dat er zekerheid wordt verstrekt (bijv. bankgarantie, hypotheek of pandrecht).  Als het echt onmogelijk is om de belastingschuld te betalen, kan de ondernemer proberen kwijtschelding te krijgen. Dit is een apart en complex onderwerp dat ik hier niet verder zal behandelen.

Betalingsregeling voor opgebouwde belastingschuld en pre-coronaschuld
In de periode waarin de onderneming bijzonder uitstel van betaling had, is een belastingschuld opgebouwd. De Belastingdienst biedt daarvoor een betalingsregeling aan. De onderneming krijgt van 1 oktober 2021 tot 1 oktober 2024 de tijd om de belastingschuld af te lossen. Er dient 36 maanden lang elke maand een vast bedrag betaald te worden. De uiterste betaaldatum van de 1e termijn is 31 oktober 2021. Over de belastingschuld is invorderingsrente verschuldigd, maar die is verlaagd van 4% tot 0,01%. De Belastingdienst stuurt hierover voor 1 oktober 2021 een brief, waarin een overzicht van de schuld staat, het maandbedrag en de voorwaarden. Eerder of extra aflossen is mogelijk.

De betalingsregeling geldt ook voor pre-coronaschulden. Er is sprake van een pre-coronaschuld, als de ondernemer vóór 12 maart 2020 al een belastingschuld had voor belastingen waarvoor hij na die datum bijzonder uitstel heeft aangevraagd. Het kan dan gaan om een belastingschuld die de ondernemer al vóór 12 maart 2020 had moeten betalen, of een waarvoor een betalingsregeling is afgesproken.

Niet in staat om in 36 maanden af te lossen?
Indien het niet mogelijk is om de belastingschuld in 36 gelijke maandelijkse termijnen af te lossen, zoekt de Belastingdienst samen met de ondernemer naar een passende oplossing, zo valt te lezen op de website. Voor bedrijven die in de kern ‘gezond’ zijn, wil de Belastingdienst samen met andere schuldeisers en schuldhulpverleners kijken of zij soepel kunnen omgaan met verzoeken om schuldsanering (hiermee worden dus de hierboven besproken ‘saneringsrichtlijnen’ bedoeld). Hierover hoopt de Belastingdienst in het 2e kwartaal van 2021 meer bekend te maken. Tot die tijd zal de Belastingdienst dergelijke verzoeken van ondernemers al zo soepel mogelijk behandelen.

Indien u behoefte heeft aan hulp bij het herstructureren van uw onderneming kunt u contact met ons opnemen.

Herman Kreikamp, 18 februari 2021