Het opzeggen van een abonnement mag niet te ingewikkeld zijn.

Dit blijkt uit een uitspraak van de Kantonrechter te Amsterdam.

In deze zaak ging het om een klant van een sportschool die zijn abonnement wenste te beëindigen. De klant stuurde een e-mail aan de sportschool waarin hij aangaf dat hij met onmiddellijke ingang zijn abonnement wilde opzeggen. De sportschool antwoordde hem nog op dezelfde dag dat de klant naar de balie van de sportschool kon komen om daar een opzegformulier in te vullen om het abonnement op te zeggen. De klant is niet naar de balie gegaan en heeft het bewuste formulier dan ook niet ingevuld. Vervolgens is de sportschool na de door de klant beoogde einddatum van het abonnement doorgegaan met het incasseren van de maandelijkse contributie. De klant heeft de sportschool verzocht om het in zijn ogen onterecht geïncasseerde geld terug te betalen. De sportschool weigerde om het geld terug te betalen.

De klant heeft vervolgens een procedure gestart bij de Kantonrechter te Amsterdam om de sportschool te dwingen om de te veel betaalde contributie terug te betalen. De sportschool en de klant verschilden van mening of de klant het abonnement rechtsgeldig heeft opgezegd. De sportschool stelde zich op het standpunt dat volgens haar algemene voorwaarden de klant niet per e-mail het abonnement kon opzeggen, maar slechts door het opzeggingsformulier aan de balie in te vullen. De klant meende dat hij er van uit mocht gaan dat zijn e-mail aan de sportschool het door hem gewenste resultaat (lees: het eindigen van zijn sportabonnement) tot gevolg zou hebben De klant beriep zich daarbij op de artikelen 6:233 en 6:237m van het Burgerlijk Wetboek. Kort gezegd volgt uit artikel 6:233 BW dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is, indien het beding onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. In artikel 6:237 is een lijst opgenomen van bedingen (de zogenaamde grijze lijst) waarvan vermoed wordt dat deze onredelijk bezwarend zijn voor consumenten. In artikel 6:237 onder de letter m wordt het beding genoemd waarbij voor de geldigheid van een door de consument te verrichten verklaring (zoals bijvoorbeeld het opzeggen van een abonnement) een strengere vorm dan het vereiste van een onderhandse akte eist. Volgens de klant is een beding in de algemene voorwaarden waarbij hij uitsluitend aan de balie met een formulier zijn abonnement kon opzeggen een beding als bedoeld in artikel 6:237 onder m en dus vernietigbaar.

De Kantonrechter gaf de klant gelijk  en oordeelde dat de eis dat de klant bij de balie een opzeggingsformulier moest invullen een zwaardere eis was dan een opzegging middels een onderhandse akte (zoals bijvoorbeeld een opzegging per brief of per e-mail). Om die reden werd het betreffende beding in de algemene voorwaarden vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Dat vermoeden kon vervolgens nog wel  worden weerlegd door de sportschool. De sportschool stelde zich op het standpunt dat de klant van beroep een jurist was en dat hij om die reden geen beroep kon doen op het genoemde wetsartikel. De Kantonrechter vond dat argument onvoldoende en oordeelde dat de klant wel degelijk een beroep op deze wetsbepaling kon doen. Het beding in de algemene voorwaarden werd vernietigd en de sportschool moest de teveel geïncasseerde contributie terugbetalen.

U kunt de uitspraak van de Kantonrechter hier nalezen.