Leeftijdsgrens voor Duitse piloten (60) is discriminatie

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft bepaald dat piloten niet mogen worden verplicht om op hun 60ste te stoppen met het uitoefenen van hun beroep, omdat dat volgens het Hof discriminatie op grond van leeftijd is. Het Hof stelt dat werkgevers het recht tot uitoefening van dit beroep op grond van 'leeftijdsgebonden fysieke capaciteiten' van piloten wel mag beperken vanaf de leeftijd van 60 jaar, maar dat een algeheel vliegverbod verder strekt dan noodzakelijk is ter bescherming van de veiligheid van het luchtverkeer.

De richtlijn met betrekking tot de gelijke behandeling in arbeid en beroep (Richtlijn 2000/78/EG) verbiedt op de arbeidsmarkt elk verschil in behandeling op grond van leeftijd dat niet genoegzaam is gerechtvaardigd. Niettemin kunnen de lidstaten bij de uitvoering van deze richtlijn bepalen dat een verschil in behandeling op grond van de fysieke capaciteiten van de werknemers, die leeftijdsgebonden zijn, geen discriminatie vormt indien het beschikken over dergelijke capaciteiten wezenlijk en bepalend is voor de uitoefening van een beroepsactiviteit. Ook belet de richtlijn niet dat lidstaten alle noodzakelijke bepalingen vaststellen om de openbare veiligheid te waarborgen. De lidstaten kunnen de sociale partners belasten met de uitvoering van de richtlijn.

De internationale regeling inzake de particuliere, beroeps- en verkeerspiloten is opgesteld door de Joint-Aviation-Authorities, waarbij de Bondsrepubliek Duitsland is aangesloten. Ten aanzien van piloten  tussen de 60 en de 64 jaar is het volgende bepaald: hij mag zijn beroep slechts voortzetten indien hij lid is van een bemanning die uit meerdere piloten bestaat en mits de andere piloten de leeftijd van 60 jaar nog niet hebben bereikt. Ten aanzien van piloten van 65 jaar en ouder is bepaald dat zij hun beroep voor commercieel vervoer niet meer mogen uitoefenen. Volgens Duitse wetgeving mogen piloten tussen de 60 en 64 binnen het grondgebied van de Bondsrepubliek hun vak blijven uitoefenen en vervalt deze bevoegdheid na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.

De collectieve overeenkomst die van toepassing is op het cockpitpersoneel van de Duitse luchtvaartmaatschappij Lufthansa verbiedt haar piloten hun beroep na hun 60ste jaar uit te oefenen. Deze overeenkomst is erkend door het Duitse recht.

Feiten
Prigge, Fromm en Lambach zijn jarenlang als piloot en vervolgens boordcommandant in dienst geweests bij Lufthansa. Hun arbeidsovereenkomsten zijn respectievelijk in 2006 en 2007 op grond van het de cao geëindigd op het moment dat zij de leeftijd van 60 hadden bereikt. Omdat zij van mening waren dat zij op grond van deze bepaling werden gediscrimineerd vanwege hun leeftijd, hebben zij beroep ingesteld bij de Duitse rechterlijke macht tot voortzetting van hun arbeidsovereenkomsten.

Prejudiciële vraag
Het Bundesarbeitsgericht (federale arbeidsrechtbank van Duitsland) vraagt het Hof van Justitie of de cao waarin de leeftijdsgrens van 60 jaar voor piloten is vastgesteld, ter waarborging van de veiligheid van het luchtverkeer, in overeenstemming is met het recht van de Unie.

Beoordeling door het Hof van Justitie van de Europese Unie
Het Hof van Justitie stelt ten eerste vast dat de bepalingen van de richtlijn van toepassing zijn voor zowel de overheidssector als de particuliere sector voor bepalingen over zowel werkgelegenheid als arbeidsvoorwaarden. Door te bepalen dat de arbeidsverhouding van piloten eindigt, zonder dat deze hoeft te worden opgezegd, aan het einde van de maand waarin de piloot de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, heeft deze bepaling van de cao betrekking op de werkgelegenheid van die werknemers in de zin van artikel 3, lid 1, sub c van de richtlijn. De richtlijn is derhalve van toepassing.

Het Hof oordeelt dat discriminatie op grond van leeftijd niet is toegestaan, tenzij het verschil in behandeling te rechtvaardigen is vanwege de openbare veiligheid, de handhaving van de openbare orde, het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming van de volksgezondheid en de bescherming van de rechten en vrijheden van derden. De bepaling met beperkingen voor piloten om te blijven vliegen na het bereiken van het 60ste jaar is vastgelegd om de veiligheid van passagiers en van de personen die in het overgevlogen gebied wonen alsmede de veiligheid en gezondheid van de piloten zelf te waarborgen. Dit doel is een te rechtvaardigen doel en mag daarom bij cao worden vastgelegd. Het hof maakt daarbij echter de kanttekening dat de internationale alsmede de Duitse voorschriften het niet nodig hebben geacht om piloten de uitoefening van hun beroep na het bereiken van de leeftijd van 60 jaar te verbieden, maar meenden dat het volstond deze uitoefening te beperken. Om die reden oordeelt het Hof dat het verbod om na het bereiken van de leeftijd van 60 jaar een vliegtuig te besturen, dat is vervat in de cao, niet noodzakelijk is voor de verwezenlijking van het nagestreefde doel, de bescherming van de openbare orde en volksgezondheid.

Legitiem doel
Overigens stelt het Hof vast dat het wat verkeerspiloten betreft essentieel is dat zij bijzondere fysieke capaciteiten beschikken en dat het beschikken over deze capaciteiten leeftijdsgebonden is. Omdat in de cao is vastgelegd dat de arbeidsovereenkomsten van piloten eindigen om de veiligheid van het luchtverkeer te verzekeren is sprake van een legitiem doel op grond waarvan een verschil in behandeling op grond van leeftijd kan worden gerechtvaardigd.

Rechtvaardiging
Een dergelijke verschil in behandeling kan slechts in een zeer beperkt aantal omstandigheden worden gerechtvaardigd. In dit verband merkt het Hof op dat de internationale en de Duitse autoriteiten van mening zijn dat piloten tot het bereiken van de leeftijd van 65 jaar over de vereiste fysieke capaciteiten beschikken voor het besturen van een vliegtuig, ook al zijn daar nadere eisen aan gesteld. De sociale partners hebben die leeftijd echter op 60 jaar gesteld. Onder die omstandigheden oordeelt het Hof dat het verbod voor het besturen van een verkeersvliegtuig vanaf 60 jaar een onevenredige voorwaarde vormt in het licht van internationale en Duitse voorschriften die deze leeftijdsgrens op 65 jaar hebben vastgesteld.

De vraag die rijst is wat de consequenties van deze uitspraak van het Hof zijn voor de afspraken die KLM met haar piloten heeft gemaakt, omdat ook zij ruim voor het bereiken van de leeftijd van 65 jaar moeten afzwaaien.

Lees hier het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 13 september 2011.

 

Specialisme