Wijziging van het Enquêterecht ?

Voor de aandeelhouders van grote NV’s en B.V.’s zal de mogelijkheid om de Ondernemingskamer (van het Gerechtshof in Amsterdam) te vragen een onderzoek te doen naar de gang van zaken bij de onderneming -de ‘enquête’- waarschijnlijk worden beperkt. Daartoe ligt er inmiddels een wetsvoorstel van de minister van Veiligheid en Justitie, waarmee de ministerraad heeft ingestemd.

De Nederlandse wet kent (in artikel 2: 345 BW) de mogelijkheid om een verzoek in te dienen bij de Ondernemings kamer om één of meer personen te benoemen die een onderzoek instellen naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon.
Dat kan het gehele beleid betreffen, maar ook een specifiek gedeelte daarvan of uitsluitend gedurende een bepaalde tijdspanne. De wet bepaalt eveneens wie er tot het indienen van een dergelijk verzoek bevoegd zijn.
Als het gaat om een naamloze of besloten vennootschap dan moet(en) de verzoeker(s) alleen of gezamenlijk minstens 10 % van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen of de nominale waarde van hun aandelen moet tenminste € 225.000,-- bedragen. Zo is de huidige wettelijke regeling, ongeacht de omvang van de vennootschap.

In de nieuwe wettelijke regeling zou dat veranderen voor de grotere vennootschappen (met een geplaatst kapitaal vanaf 22,5 miljoen euro). Aandeelhouders van deze vennootschappen zullen minimaal 1 % van het geplaatste kapitaal moeten vertegenwoordigen om een verzoek tot het instellen van een enquête te kunnen indienen. Hebben zij een dergelijk belang niet dan kunnen deze aandeelhouders slechts ontvangen worden in hun verzoek indien hun (aandelen-) belang een beurswaarde vertegenwoordigt van tenminste 20 miljoen euro.
Het is natuurlijk nog maar de vraag of het wetsvoorstel het op dit punt (helemaal) gaat redden. Het zou immers een aanzienlijke inperking betekenen van het enquêterecht van de aandeelhouders van de écht grote ondernemingen met een geplaatst kapitaal van bijvoorbeeld 1 miljard euro of meer.

Een andere wijziging betreft de bevoegdheid van de B.V. of de N.V. om zelf om een enquête te verzoeken en daarmee te verzoeken een onderzoek in te stellen naar het beleid van de aandeelhoudersvergadering of het gedrag van individuele aandeelhouders.

Onduidelijk is vooralsnog of de Ondernemingskamer in de toekomst beter in staat zal zijn om snel en effectief op te treden bij geschillen tussen aandeelhouders en bij problemen tussen aandeelhoduers en bestuurders. Met name over de snelheid waarmee de Ondernemingskamer met een oordeel komt, wordt nogal eens geklaagd.

Op onderdelen is het SER-advies ‘Evenwichtig ondernemings-bestuur’ gevolgd. Lees het SER-advies hier.
Het wetsvoorstel is voor advies naar de Raad van State gezonden.