Overbruggingsregeling lage transitievergoeding kleine werkgever (< 25 werknemers) vanaf 1 januari 2019 versoepeld

Als kleine werkgevers (in beginsel minder dan 25 werknemers) werknemers ontslaan wegens bedrijfseconomische omstandigheden die het gevolg zijn van een slechte financiële situatie van de werkgever, is de transitievergoeding die zijn aan de werknemer moeten betalen lager. In art. 7:673d BW is namelijk een overbruggingsregeling opgenomen die geldt tot 1 januari 2020. Volgens deze overbruggingsregeling tellen bij de berekening van de transitievergoeding de dienstjaren die zijn gelegen voor 1 mei 2013 niet mee. Een van de voorwaarden is dat er sprake moet zijn van een “slechte financiële situatie”. De criteria daarvoor zijn echter zeer streng, maar het goede nieuws voor kleine werkgevers is dat deze criteria met ingang van 1 januari 2019 (streefdatum) worden versoepeld. Dat heeft minister Koolmees op 23 november 2018 in een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd.

De criteria om in aanmerking te komen voor deze overbruggingsregeling zijn uitgewerkt in art. 24 lid 1 Ontslagregeling. Van “een slechte financiële situatie” is volgens art. 24 lid 2 Ontslagregeling uitsluitend sprake indien:

a. het netto resultaat van de onderneming van de werkgever over het boekjaar, bedoeld in het derde lid, en de twee daaraan voorafgaande boekjaren kleiner is geweest dan nul;

b. de waarde van het eigen vermogen van de onderneming van de werkgever, als bedoeld in het Besluit modellen jaarrekening, negatief was aan het einde van het boekjaar bedoeld in het derde lid; en

c. binnen de onderneming van de werkgever aan het einde van het boekjaar, bedoeld in het derde lid, de waarde van de vlottende activa kleiner is dan de schulden met een resterende looptijd van ten hoogste een jaar.

Deze voorwaarden zijn bijzonder streng en gelden cumulatief. Feitelijk komen de voorwaarden er op neer dat de werkgever technisch failliet is dan wel op het randje van faillissement verkeert.

Vooral de voorwaarde dat er drie jaar op rij een negatief resultaat moet zijn behaald, kan tot schrijnende situaties leiden. Een klein positief resultaat in één van de drie jaren voorkomt al dat de werkgever van de regeling gebruik kan maken. Dit terwijl de financiële situatie dusdanig slecht kan zijn dat het volledig betalen van de transitievergoedingen aan de ontslagen werknemers niet mogelijk is. Het is daarom de bedoeling deze voorwaarde zodanig te wijzigen, dat wordt uitgegaan van een gemiddeld negatief resultaat over de drie boekjaren tezamen. Daarnaast wil de Minister het tweede criterium verruimen. In plaats van een negatief eigen vermogen geldt een solvabiliteit van ten hoogste 15% als voorwaarde om voor de overbruggingsregeling in aanmerking te komen.

 

Herman Kreikamp, 5 december 2018