De gevolgen van een te vroeg gehouden aandeelhoudersvergadering
Een aandeelhoudersvergadering is te vroeg begonnen waardoor twee aandeelhouders niet aan de besluitvorming hebben kunnen deelnemen. Is het genomen besluit rechtsgeldig, nietig of vernietigbaar?
De Hoge Raad heeft zich over deze vraag recent uitgelaten. Wat was er aan de hand? In een familiebedrijf wordt op verzoek van één van de vier aandeelhouders, tevens broers van elkaar, een aandeelhoudersvergadering belegd. De ene broer roept zijn broers middels een brief – waarop een sticker zit met onder andere de tekst “Je hoeft niet te komen” - op voor een vergadering te houden op 10 januari 2018 om 11:00 uur met als agendapunt (o.a.) wijziging van statuten met betrekking tot de overdraagbaarheid van de aandelen.
De vergadering is vervolgens niet op 10 januari 2018 om 11:00 uur gehouden, maar iets eerder, waardoor twee van de vier aandeelhouders de vergadering niet hebben kunnen bijwonen en het besluit tot statutenwijziging is genomen.
Wettelijk kader
Een besluit van een orgaan van een rechtspersoon dat in strijd is met de wet of de statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit (art. 2:14 lid 1 BW). Een wettelijke bepaling waaruit iets anders voortvloeit is art. 2:15 BW. Een besluit is vernietigbaar als het strijdig is met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen (art. 2:15 lid 1, aanhef en onder a, BW).
Besluitvorming door een orgaan van een rechtspersoon vereist dat allen die vergader- of stemrecht hebben of die een raadgevende stem hebben, in de gelegenheid zijn gesteld aan het daarop betrekking hebbende overleg deel te nemen, respectievelijk hun raadgevende stem te gebruiken, en, wat betreft de stemgerechtigden, aan de besluitvorming deel te nemen.
De Hoge Raad oordeelt vervolgens dat handelen in strijd met hierboven genoemde norm – in dit geval doordat de vergadering te vroeg is begonnen – strijd oplevert met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen, in de zin van art. 2:15 lid, aanhef en onder a BW, en leidt op grond van die bepaling tot vernietigbaarheid en niet tot nietigheid van het besluit.
Conclusie
De vaststelling of het om een nietig of een vernietigbaar besluit is belangrijk vanwege de rechtsgevolgen. Een nietig besluit wordt geacht nooit te hebben bestaan en een vernietigbaar besluit blijft van kracht totdat het besluit wordt vernietigd. Er was dus actie van de broers vereist om het besluit te vernietigen. De termijn om de vernietiging te vorderen is een jaar na kennisneming daarvan. Nu het besluit in 2018 is genomen en de broers hier kennis van hadden, zijn zij inmiddels te laat en hebben hun recht om vernietiging van het besluit te vorderen verspeeld.
Heeft u vragen of wilt u advies over besluitvorming binnen rechtspersonen stel deze dan gerust aan ons via doorten@btu-advocaten.nl.