Een tijdige melding betalingsonmacht bij de fiscus is van cruciaal belang

De bestuurders en feitelijk leidinggevenden van een failliete vennootschap kunnen in privé aansprakelijk zijn voor onbetaalde belastingschulden van deze vennootschap. Het gaat dan vooral om onbetaalde omzet- en loonbelasting.

Zeer belangrijk daarbij is de vraag of de bestuurders tijdig bij de fiscus hebben gemeld dat sprake is van betalingsonmacht bij de vennootschap. Deze melding betalingsonmacht moet normaal gesproken plaatsvinden uiterlijk 14 dagen nadat de belasting moet worden betaald. Sinds 4 juli 2010 moet deze melding schriftelijk worden gedaan. Op de website van de fiscus is een meldingsformulier beschikbaar. Is de melding tijdig geweest, dan zal de fiscus meestal niet overgaan tot aansprakelijkstelling in privé, tenzij de bestuurders of feitelijk leidinggevenden kennelijk onbehoorlijk bestuur hebben gepleegd. Er moet dan sprake zijn van een ernstig persoonlijk verwijt. 

De situatie is geheel anders als blijkt dat de betalingsonmacht te laat is gemeld. De wet zegt dan dat de bestuurders of feitelijk leidinggevenden aansprakelijk zijn voor de belastingschulden, tenzij zij aantonen dat het niet aan hen te wijten is dat de melding te laat heeft plaatsgevonden. Dat bewijs valt bijna nooit te leveren. Het gevolg van deze regeling is dat in veel gevallen bona fide bestuurders aansprakelijk zijn, omdat zij niet op de hoogte waren van het feit dat zij tijdig betalingsonmacht dienden te melden bij de fiscus. 

De advocaat-generaal bij de Hoge Raad heeft op 30 november 2009, in een advies aan de Hoge Raad, het standpunt ingenomen dat deze (bewijs)regeling onverbindend is. Volgens hem moet de bestuurder die niet of niet op tijd de betalingsonmacht heeft gemeld de mogelijkheid krijgen aan te tonen dat bij hem of haar geen sprake is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Uit een arrest van 21 januari 2011 blijkt echter dat de Hoge Raad dit standpunt van de advocaat-generaal niet deelt. De Hoge Raad vindt een tijdige melding betalingsonmacht van cruciaal belang. Het niet-tijdig melden leidt dus tot aansprakelijkheid van de bestuurders, ook al hebben zij geen onbehoorlijk bestuur gepleegd waardoor de belastingaanslagen onbetaald blijven.

Lees het arrest van de Hoge Raad van 21 januari 2011 hier